Geheugen en informatie verwerking
Geheugen
Deze diagram illustreert hoe aandacht als coderingsmechanisme sensorische gebeurtenissen leidt naar het werkgeheugen. Bijvoorbeeld, wanneer je vuurwerk bekijkt, zorgt aandacht in het sensorische geheugen ervoor dat je specifieke details zoals kleuren en geluiden opmerkt. Vervolgens neemt het werkgeheugen deze opgemerkte informatie en vormt deze tot een begrijpelijke ervaring. Aandacht speelt een cruciale rol bij het bepalen welke aspecten van die ervaring in je geheugen blijven. Later, bij het langetermijngeheugen, helpt aandacht om die levendige details terug te halen. In het kort, aandacht is van essentieel belang in elke fase: coderen, opslaan en terughalen van speciale momenten in ons geheugen.
Kortetermijngeheugen(KTM)/Werkgeheugen
Wanneer we worden blootgesteld aan stimuli, zoals geluiden of beelden, begint het proces van informatieverwerking. Het sensorische geheugen vangt de initiële stimulatie op. Bijvoorbeeld, visuele beelden en geluiden worden vastgelegd door respectievelijk de episodische buffer, Semantische buffer, Visuele buffer en de fonologische buffer. Deze opgenomen informatie wordt vervolgens doorgestuurd naar het werkgeheugen. Hier coördineert de centrale uitvoerende functie ofwel het centraal executive, de verschillende informatiestromen, waardoor we in staat zijn gelijktijdig informatie te verwerken. Uiteindelijk beïnvloedt deze verwerking ons gedrag, omdat het werkgeheugen een cruciale rol speelt in het plannen en uitvoeren van taken.
Langetermijngeheugen
Het langetermijngeheugen slaat informatie op voor langere perioden. Hierin onderscheiden we het procedureel geheugen voor vaardigheden en het declaratieve geheugen voor feiten en persoonlijke ervaringen. Het semantische geheugen bewaart algemene kennis en concepten, terwijl het episodische geheugen specifieke persoonlijke herinneringen aan gebeurtenissen vastlegt.
Hoe halen we dingen terug
Informatie wordt in het geheugen opgeslagen als impliciete (onbewuste) of expliciete (bewuste) herinneringen. Het succes van het ophalen van informatie is deels afhankelijk van herinneringscues. Impliciete herinneringen kunnen worden gestimuleerd door priming, wat inhoudt dat ze beïnvloed worden door voorafgaande prikkels. Expliciete herinneringen kunnen worden opgeroepen door het actief terughalen of door herkenning, hoewel voor sommige taken het begrijpen van de essentie belangrijker is dan exacte details. De nauwkeurigheid van een herinnering hangt af van hoe de informatie is gecodeerd en van de stemming op dat moment. Wat betreft het prospectieve geheugen, waarbij men vooraf iets moet plannen voor toekomstige taken of acties, is er nog relatief weinig bekend over de benodigde omstandigheden voor succes. Wanneer er weinig overeenkomst is tussen herinneringscues en codering, kan het fenomeen van het puntje-van-de-tong (TOT) optreden.
Vergeten en Ebbinghaus-vergeetcurve
Ons geheugen is kwetsbaar voor verschillende uitdagingen, zoals vluchtigheid, verstrooidheid, blokkering, foutieve attributie, suggestibiliteit, bias van zelfconsistentie en persistentie. We vergeten vaak snel, zoals geïllustreerd door de Ebbinghaus-vergeetcurve. Bijvoorbeeld, na slechts één dag kunnen we tot 50% van informatie vergeten, benadrukkend hoe cruciaal herhaling en toepassing zijn voor het behoud van herinneringen. Om bekend met deze termen te worden raad ik je aan om de flashcards hieronder te lezen.
De afbeelding is van elearningindustry.com en toont de vergeetcurve van Ebbinghaus.