Leertheorieën
Klassieke Conditionering
en operante conditionering. Klassieke conditionering houdt in dat een ongeconditioneerde stimulus (UCS) wordt gekoppeld aan een geconditioneerde stimulus (CS), wat resulteert in een geconditioneerde respons (CR). Een klassiek voorbeeld hiervan is Pavlovs experiment met honden, waarbij ze begonnen te kwijlen bij het horen van een beltoon (CS) nadat deze herhaaldelijk was geassocieerd met voedsel (UCS).
Operante conditionering
Operante conditionering draait om het aanleren van gedrag door middel van beloningen en straffen, en dit proces speelt een cruciale rol in gedragstraining. Het gebruik van beloningen om gewenst gedrag te bevorderen en straffen om ongewenst gedrag te ontmoedigen is een essentieel aspect van operante conditionering. Een beroemd voorbeeld van dit concept is het experiment van de gerenommeerde psycholoog B.F. Skinner, dat plaatsvond in zijn "Skinner Box." In deze Skinner Box konden ratten verschillende acties uitvoeren, en wanneer ze een specifieke gewenste actie, zoals het indrukken van een hendel, uitvoerden, ontvingen ze een beloning in de vorm van voedsel of water. Dit beloningssysteem versterkte het gedrag van de ratten, wat leidde tot herhaalde uitvoering van de gewenste actie.
De afbeelding is van study.com en toont het begrip Uitdoving (extinctie) en Spontaan herstel
Geconditioneerd gedrag is niet altijd blijvend, vanwege het proces van uitdoving (extinctie), waarbij een aangeleerde respons, voorheen geconditioneerd door beloningen, verzwakt of verdwijnt wanneer beloningen verminderen of stoppen. Spontaan herstel is het tijdelijke en onverwachte terugkeren van de eerder uitgedoofde respons na een rustperiode zonder verdere beloningen. Dit fenomeen illustreert de flexibiliteit van conditionering, waarbij gedrag zich kan aanpassen aan veranderende omstandigheden, en benadrukt dat de effecten van conditionering niet altijd permanent zijn.
Modeling in Gedragsvorming
Modeling, ook wel bekend als observatie-leren of imitatie, is een belangrijk concept in de psychologie. Bij modeling leren individuen nieuw gedrag door anderen te observeren en te imiteren. Dit proces speelt een essentiële rol bij het verwerven van vaardigheden, attitudes en gedragingen. Een beroemd voorbeeld is het "Bobo Doll"-experiment van Albert Bandura, waarin kinderen agressief gedrag vertoonden nadat ze volwassenen hadden gezien die vergelijkbaar gedrag vertoonden tegenover een opblaasbare pop. Modeling is van toepassing in diverse contexten, zoals opvoeding, onderwijs en therapeutische interventies, en het kan een diepgaande invloed hebben op de ontwikkeling van individuen en de vorming van sociale normen en waarden.
Trial-and-error leren
Trial-and-error leren is een klassiek voorbeeld van dit soort leren komt van Edward Thorndike, een invloedrijke psycholoog. Hij voerde een experiment uit met katten in zijn "puzzeldoos". In dit experiment werden de katten geconfronteerd met voedsel dat buiten bereik was, en ze moesten leren hoe ze de doos konden openen om erbij te komen. Dit experiment illustreerde ook de zogenaamde "wet van effect" van Thorndike, waarbij de katten ontdekten dat specifieke handelingen, zoals het indrukken van een hendel, leidden tot toegang tot voedsel, wat een beloning vormde en dus hun gedrag versterkte. Dit experiment en de wet van effect waren belangrijke bijdragen aan ons begrip van operante conditionering en de rol van beloningen bij het vormen van gedrag.
Inzichtelijk Leren
Je hebt echter niet altijd bekrachtiging nodig, een voorbeeld is Sultan, de chimpansee in Wolfgang Köhler's onderzoek. Sultan gebruikte creativiteit en bedacht een stok als verlengstuk om een banaan buiten zijn bereik te pakken, zonder directe beloning. Dit benadrukt de rol van begrip en creativiteit in gedragsvorming bij zowel mens als dier.